Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [8]Versier u nu met voortreffelijkheid en hoogheid, en bekleed u met majesteit en heerlijkheid! 8. Te weten, gelijk Ik daarmede versierd en bekleed ben. Zie Ps.93:1, en Ps.96:6, en Ps.104:1; Jes.51:9. God wordt gezegd hiermede aangetogen en bekleed te zijn, omdat zij zich in al zijne oordelen en werken vertonen, hetwelk Job vermaand werd na te komen, zo hij lust had met God te richten. Vergelijk boven, hfdst.29 vs.14, en de aantekening.